De wet van Ohm

De wet van Ohm stelt dat de stroom I in een geleider en de spanning U tussen de uiteinden van de geleider recht evenredig zijn. De URI-formule is een wiskundige weergave van deze wet. Met behulp van de wet van Ohm kunnen de drie basisgrootheden van een circuit worden berekend als er ten minste twee bekend zijn. De drie basisgrootheden zijn spanning, stroom en weerstand. De natuurkundige Georg Simon Ohm stelde en bewees het verband tussen spanning, stroom en weerstand. De wet van Ohm is naar hem vernoemd.

Het is belangrijk om te begrijpen dat de wet van Ohm alleen van toepassing is op ohmse weerstanden. Deze omvatten normale weerstanden en componenten die een lineaire relatie hebben tussen spanning en stroom. De weerstand van een diode of een lamp kan niet worden berekend met de wet van Ohm omdat de stroom en spanning over deze componenten niet lineair gerelateerd zijn. Binnen hun grenswaarden hebben normale weerstanden altijd dezelfde waarde, ongeacht spanning en stroom. Alleen deze weerstandswaarde kan worden berekend met behulp van de wet van Ohm.

U = I x R
 

Gebruikte eenheden:

Spanning         U = Volt  [V]
Stroom            I = Ampère  [A]
Weerstand      R = Ohm  [Ω]